Inspanning parelt langs mijn lijf. Over mijn gezicht voornamelijk. Zweet proeft zout, snot zoet. Vandaag een paar langere en vlakkere stukken, met een flinke klim bij de start, die bleef ik in mijn benen voelen de hele dag en ik niet alleen. Aan het einde vlak voor de camping een venijnige klim. Dat was afzien. We zijn aangekomen in Vic sur Seille. camping La Tuilerie. Tentjes staan op, heerlijk zonnetje, niet te warm. Vakantie! Wat doe je nou tijdens het fietsen, denken jullie. Toch? Waar denk je aan? Inslaap vallen kan niet dus draait het brein gewoon door. Nu bezat ik in mijn jeugd een opholgeslagen brein, nooit in rust, altijd malen. Mijn hoofd stond nooit stil. Later vond ik manieren om te ordenen, visuele of auditieve prikkels helpen. Vandaag speelde kwantum door mijn hoofd. Twee elementen die volledig gescheiden zonder connect te zijn elkaar beïnvloeden. Ellen ik voel je aanwezigheid. Grinnik grinnik. Maar kwantum, je mag het ook met een K schrijven, is ook de basis van de supercomputer. Oud is binair denken. In nullen en eentjes, niet die dingetjes voor in bad, maar het cijfer één. De supercomputer rekent met nog een eenheid die niet weet of het een nul of een één is. Nondejuu daar kun je over blijven nadenken. Als je start stop het nooit meer. De wondere wereld overtreft zichzelf. Nou wij ook. Een pittige dag afsluiten in het zonnetje. Welk cijfer zou ik ons vandaag geven. Een nul of een één. Ach who cares. Hans